De 30%-regeling maakt het voor ingekomen werknemers (‘expats’) fiscaal gezien aantrekkelijk om in Nederland werkzaam te zijn: zij kunnen 30% van hun brutoloon belastingvrij ontvangen. Dit percentage wordt dan gezien als vergoeding voor extra kosten in verband met werken in het buitenland. Heeft u ook werknemers die vallen onder de 30%-regeling? Wees alert op de volgende arbeidsrechtelijke aspecten van het in dienst nemen en ontslaan van deze werknemers.
Even opfrissen
Om in aanmerking te komen voor de 30%-regeling moet een expat in ieder geval voldoen aan de volgende voorwaarden:
- De werknemer moet beschikken over specifieke deskundigheid (in 2022 vanaf een salaris van €39.467,- per jaar).
- In de 24 maanden voorafgaand aan start van de werkzaamheden in Nederland moet de werknemer minimaal 16 maanden op ten minste 150 km afstand van de Nederlandse grens hebben gewoond.
Hiring
Per 1 januari 2024 wordt de 30%-regeling naar verwachting ingeperkt. Vanaf dat moment zal het belastingvrije deel van het brutoloon beperkt worden tot maximaal 30% van de WNT-norm, in 2023 vastgesteld op €223.000,- per jaar. Hierbij is wel een overgangsregeling voorgesteld: op werknemers die in het laatste tijdvak van 2022 onder de 30%-regeling vallen, is de aftoppingsmaatregel pas van toepassing vanaf 1 januari 2026. Houd er dus rekening mee dat expats die per 1 januari 2023 of later bij u in dienst treden vanaf 1 januari 2024 onder de nieuw afgetopte regeling vallen.
Firing
Een expat die op zoek moet naar een nieuwe baan kan te maken krijgen met verschillende uitdagingen, zoals beperkte kennis van de Nederlandse taal en arbeidsmarkt. U zult deze werknemer om die reden wellicht (langer) willen vrijstellen van werk om hem de gelegenheid te geven een nieuwe baan te vinden. Let dan wel op het volgende:
De 30%-regeling eindigt in de maand volgend op die waarin de werknemer stopt met het verrichten van de (feitelijke) werkzaamheden. Dit is dus niet het moment van formele beëindiging van de arbeids- overeenkomst. Bijvoorbeeld: een werknemer wordt vrijgesteld van werk op 24 november 2022, terwijl zijn dienstverband eindigt op 1 februari 2023. In dat geval geldt de 30%-regeling tot maximaal 31 december 2022.
De 30%-regeling ziet op inkomsten direct gerelateerd aan werkzaamheden; eventuele bonussen worden hier ook onder geschaard. De inkomsten moeten echter wel afkomstig zijn uit de huidige dienstbetrekking. In de praktijk betekent dit dat een bonus, die niet binnen een maand na het verrichten van de feitelijke werkzaamheden wordt betaald, volledig wordt belast. In het voorgaande voorbeeld zal de bonus dus vóór 1 januari 2023 moeten worden betaald om onder de 30%-regeling te kunnen vallen .
NB; eventuele transitie- of ontslagvergoedingen vallen sowieso niet onder de 30%-regeling.
Een werknemer kan slechts eenmalig aanspraak maken op de 30%-regeling voor een periode van vijf jaar. In geval van beëindiging van de arbeidsovereenkomst voordat die vijf jaarsperiode is verstreken, kan een aanvraag voor het resterende deel worden gedaan indien de nieuwe werkzaamheden aanvangen binnen drie maanden na beëindiging.
Kortom: ingekomen werknemers die beginnen na 1 januari 2023 vallen vanaf 1 januari 2024 onder de verwachte afgetopte 30%-regeling. Het moment waarop de werknemer feitelijk stopt werkzaamheden te verrichten is voor hem van groot belang: het bepaalt wanneer de 30%-regeling afloopt en wanneer de (korte) tussenperiode die hij heeft om nieuw werk te vinden met behoud van de 30%-regeling aanvangt. Wees hier als werkgever van bewust, vooral bij de voorbereidingen en onderhandelingen in het kader van ontslag.