Wet inzake evenwichtiger man-vrouwverhouding

Op 28 september 2021 is het wetsvoorstel ´Evenwichtiger verhouding tussen mannen en vrouwen in bestuur en raad van commissarissen´ aangenomen door de Eerste Kamer en treedt  per 1 januari 2022 in werking. De wet bevat een genderdiversiteitsquotum voor raden van commissarissen van beursvennootschappen en een streefcijferregeling voor genderdiversiteit voor grote NV´s en BV´s. In deze blog besteden wij aandacht aan de regelingen die de wet introduceert.

De wet heeft tot doel de verhouding tussen het aantal mannen en vrouwen in de top van grote bedrijven evenwichtiger te maken. In hoofdlijnen bevat de wet de volgende drie maatregelen.

1. Diversiteitsquotum voor beursvennootschappen

In de wet is een diversiteitsquotum opgenomen voor de raden van commissarissen van beursvennootschappen met een notering aan Euronext Amsterdam. Om de samenstelling van de raad van commissarissen evenwichtig te maken, dient deze voor ten minste een derde uit mannen en een derde uit vrouwen te bestaan.

Zolang de samenstelling van de raad van commissarissen niet evenwichtig is, kunnen geen commissarissen worden benoemd die niet bijdragen aan een evenwichtige samenstelling. Een benoeming die niet bijdraagt aan een evenwichtige samenstelling, is nietig. De nietigheid van de benoeming heeft echter geen gevolgen voor de rechtsgeldigheid van besluiten die zijn genomen door de nietig benoemde commissaris.

Het diversiteitsquotum geldt niet bij i) een herbenoeming binnen acht jaar na het jaar van de eerste benoeming en bij ii) benoemingen in het geval van uitzonderlijke omstandigheden. Uitzonderlijke gevallen zijn omstandigheden waarin afwijking noodzakelijk is om de langetermijnbelangen en duurzaamheid van de vennootschap te dienen of haar levensvatbaarheid te garanderen en tijdelijke benoemingen door de Ondernemingskamer in het kader van een enquêteprocedure.

2. Streefcijfers genderdiversiteit voor ‘grote’ NV’s en BV’s

De wet bevat tevens een verplichting voor grote vennootschappen om passende en ambitieuze doelen in de vorm van een streefcijfer vast te stellen om de man-vrouwverhoudingen in het bestuur, de raad van commissarissen en de (te bepalen) subtop van de vennootschap evenwichtiger te maken. Het streefcijfer is afhankelijk van de omvang van het bestuur, de raad van commissarissen en de subtop.

Grote vennootschappen dienen daarnaast concrete plannen op te stellen waarmee de gestelde doelen worden bereikt. Voorbeelden hiervan zijn een transparant wervings- en selectieproces of het opstellen en wijzigen van een profielschets.

Een NV of BV kwalificeert als grote vennootschap als wordt voldaan aan twee van de drie volgende vereisten: i) een balanstotaal van meer dan 20 miljoen euro, ii) een netto-omzet van meer dan 40 miljoen euro en iii) een gemiddeld aantal werknemers van 250 of meer over het boekjaar.

3. Rapportageverplichtingen voor ‘grote’ NV’s en BV’s

Met de wet worden grote vennootschappen verplicht binnen tien maanden na afloop van het boekjaar in een vastgesteld format aan de Sociaal Economische Raad (hierna: SER) te rapporteren over de voortgang en samenstelling. Door de SER wordt een ondersteunende infrastructuur ontwikkeld om bedrijven te ondersteunen bij het opzetten en uitvoeren van de plannen. Dit zal als een monitoringsysteem dienen waar vennootschappen hun voortgang rapporteren.

Uitzonderingen voor groepsmaatschappijen

Indien de holding streefcijfers vaststelt, plannen maakt en rapporteert voor haar groepsmaatschappijen, zijn de dochtervennootschappen daarvan vrijgesteld. Deze wet geeft de keuze aan de in de groep verbonden vennootschappen om afzonderlijk te handelen of in groepsverband.

 

Heeft u vragen over deze wet? Neem dan contact op met één van onze advocaten. 

Wilt u meer weten?

Alle advocaten van ons kantoor zijn gespecialiseerd in het arbeidsrecht. Wij hebben ruime ervaring met het geven van arbeidsrechtelijk advies en het oplossen van arbeidsrechtelijke conflicten.

Meer nieuws