Het kabinet wil vanaf 1 juli 2026 de compensatieregeling voor transitievergoedingen bij ontslag wegens langdurige ziekte beperken tot alleen kleine werkgevers. De Raad van State heeft fundamentele kritiek hierop en heeft hierover op 22 september jl. een verrassend advies gepubliceerd. In plaats van de voorgestelde beperking steunt de Raad een meer rigoureuze oplossing: het volledig afschaffen van de transitievergoeding na ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid.
Een belangrijke reden voor het invoeren van de compensatieregeling was om een einde te maken aan de praktijk van de ‘slapende dienstverbanden’. Afschaffing van de compensatieregeling kan ertoe leiden dat werkgevers die niet meer voor compensatie in aanmerking kunnen komen, de praktijk van de ‘slapende dienstverbanden’ weer gaan toepassen, aldus de Raad.
De beperking maakt de compensatieregeling, aldus de Raad, ook conflictgevoelig. De financiële belangen van de kwalificatie als kleine- of middelgrote werkgevers zullen groot zijn. Mogelijk zal veel vaker bezwaar worden aangetekend tegen de beschikking van de belastingdienst die een werkgever kwalificeert als middelgroot. Daarnaast is de beschikking hieromtrent gebaseerd op de loongegevens van twee jaar eerder. Dit vergroot de kans dat een werkgever als middelgroot wordt aangemerkt, terwijl deze inmiddels mogelijk een kleine werkgever is geworden.
Als alternatief adviseert de Raad om de transitievergoeding bij beëindiging van het dienstverband wegens langdurige arbeidsongeschiktheid volledig af te schaffen. Hiermee kan de regering de onderliggende problematiek van hoge werkgeverslasten bij langdurige ziekte bij de bron aanpakken. De toekomst van het voorstel tot beperking van de compensatieregeling is hiermee onzeker geworden.
Diverse werkgeversorganisaties hebben positief gereageerd. Wij houden u op de hoogte van de ontwikkelingen!
