Een concurrentiebeding in een contract voor bepaalde tijd is alleen toegestaan wanneer de werkgever hiervoor zwaarwegende bedrijfsbelangen heeft en deze motiveert in het contract. Het komt vaak voor dat werkgevers een concurrentiebeding met een algemene motivering in alle contracten opnemen. Dit is ook het geval in een recente zaak voor de Amsterdamse rechtbank. De rechter maakte korte metten met het concurrentiebeding aangezien de werkgever voor iedere werknemer, van HR tot salesmedewerkers, precies dezelfde motivering had gebruikt. Lees in deze blog hoe de rechter tot deze uitspraak kwam en welke lessen hieruit kunnen worden getrokken voor de praktijk.
In principe is het niet toegestaan om een concurrentie- en relatiebeding op te nemen in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, tenzij de werkgever hiervoor zwaarwegende bedrijfsbelangen heeft en deze expliciet motiveert in het contract. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat het de bedoeling van de wetgever is dat werkgevers in elk individueel geval een specifieke afweging maken over het opnemen van een concurrentie- en relatiebeding en duidelijk motiveren waarom dit beding voor de betreffende werknemer noodzakelijk is.
Wat speelt in deze zaak?
In de zaak die voorlag bij de rechtbank Amsterdam zijn zowel het relatiebeding als het concurrentiebeding geschorst. Dit komt doordat de werkgever dezelfde motivering klakkeloos toepast voor alle werknemers, van HR-personeel tot salesmedewerkers. Volgens de rechtbank voldoet dit gebrek aan specificiteit niet aan de norm uit de wetsgeschiedenis, die de noodzaak van een specifieke afweging per werknemer benadrukt. Het is cruciaal voor werkgevers om te begrijpen dat concurrentiebedingen primair bedoeld zijn om gevoelige bedrijfsinformatie te beschermen, niet om werknemers aan hen te binden.
Conclusie
Hoewel deze uitspraak een kort geding was en er mogelijk nog een staartje volgt, dient deze uitspraak als waarschuwing. Als werkgever is het essentieel om ervoor te zorgen dat de motivering voor het concurrentiebeding direct gerelateerd is aan de unieke kennis en vaardigheden die de werknemer binnen zijn functie opdoet. Het nalaten om dit te specificeren hiervan kan leiden tot de ongeldigheid van het concurrentie- of relatiebeding in mogelijke juridische procedures.
Het hanteren van dezelfde rechtvaardiging voor het concurrentiebeding in alle overeenkomsten vergroot het risico op opschorting of nietigverklaring door de rechter. Om dit te voorkomen, is het belangrijk om ook te overwegen of het noodzakelijk is om voor elke functie een concurrentiebeding overeen te komen.
Bron: Kantonrechter Amsterdam, 23 december 2023, AR-Updates 2024-021.