In een aan de rechtbank Noord-Holland voorgelegde zaak is tussen partijen een geschil ontstaan over de vraag of de opdrachtgever van de werkgever hoofdelijk aansprakelijk is voor het loon van de werknemer die de werkzaamheden heeft uitgevoerd. Artikel 7:616a BW bepaalt dat de werkgever én de opdrachtgever van de werkgever hoofdelijk aansprakelijk zijn voor het aan de werknemer verschuldigde loon, tenzij de opdrachtgever in rechte aannemelijk maakt dat hem, gelet op de omstandigheden van het geval, niet kan worden verweten dat het loon niet is voldaan.
Casus
Gentlemen Security, een beveiligingsbedrijf, heeft een opdracht aangenomen voor de opvang van asielzoekers in Zaandam. Voor deze opdracht heeft Gentlemen Security een ander beveiligingsbedrijf, Proservice Security, ingeschakeld om een beveiliger van haar in te lenen. De beveiliger heeft van 11 december 2015 tot en met 18 januari 2016 werkzaamheden in Zaandam verricht. De beveiliger heeft over die periode echter geen loon ontvangen.
Verzoek om loon
De beveiliger heeft meermaals geprobeerd zijn loon te krijgen. Zo heeft hij ook contact gezocht met Gentlemen Security. Op haar beurt heeft Gentlemen Security hierover contact opgenomen met Proservice Security. Gentlemen Security heeft aan Proservice Security laten weten een deel van de factuur al aan Proservice Security te hebben voldaan en heeft hen verzocht deze kwestie op te pakken met de beveiliger. Gentlemen Security heeft daarnaast laten weten het resterende deel van de factuur pas te voldoen, zodra Proservice Security de beveiliger heeft betaald. Proservice Security heeft dit nagelaten.
Bij verstekvonnis van 13 oktober 2016 is de bestuurder van Proservice Security (die persoonlijk onder bewind is gesteld) veroordeeld het achterstallig loon van € 2.906,09 aan de beveiliger te voldoen.
Op 14 april 2017 is Proservice Security uit het handelsregister uitgeschreven. Bij brief van 14 november 2017 heeft Gentlemen Security van een incassobureau namens Proservice Security een sommatie ontvangen tot betaling van het nog openstaande bedrag. Daarop heeft Gentlemen Security het volledige bedrag voldaan. De beveiliger, die nog steeds zijn geld niet had ontvangen, heeft Gentlemen Security gedagvaard. Gentlemen Security heeft de (oud) bestuurder van Proservice Security in vrijwaring opgeroepen.
Beroep op artikel 7:616a BW
Tussen partijen is in geschil of Gentlemen Security als opdrachtgever hoofdelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor de door de beveiliger ingestelde loonvordering. Artikel 7:616a BW bepaalt dat de werkgever en de opdrachtgever van de werkgever hoofdelijk aansprakelijk zijn voor het aan de werknemer verschuldigde loon. De werkgever op grond van de arbeidsovereenkomst als tegenprestatie voor het verrichten van arbeid. De opdrachtgever van de werkgever op grond van de hoofdelijke aansprakelijkheid van artikel 7:616a BW. Uit het tweede lid van artikel 7:616a BW volgt dat een opdrachtgever niet aansprakelijk is indien hij in rechte aannemelijk maakt dat hem, gelet op de omstandigheden van het geval, niet kan worden verweten dat het loon niet is voldaan.
Arbeidsovereenkomst of opdrachtrelatie?
Voor een geslaagd beroep op artikel 7:616a BW is vereist dat er tussen de beveiliger en Proservice Security sprake was van een arbeidsovereenkomst. De beveiliger heeft zich op het standpunt gesteld dat dit het geval is. Ter onderbouwing van zijn standpunt heeft hij ter zitting zijn beveiligingspas overgelegd, waarop ‘Proservice Security’ staat. Volgens de beveiliger staat daarmee voldoende vast dat hij een arbeidsovereenkomst met Proservice Security had. Gentlemen Security heeft dit gemotiveerd betwist. Volgens Gentlemen Security kan immers ook een zzp’er over een dergelijke pas beschikken. De kantonrechter is van oordeel dat het op de weg van de beveiliger had gelegen om stukken in het geding te brengen die wijzen op het bestaan van een (mondelinge) arbeidsovereenkomst tussen hem en Proservice Security. De beveiliger heeft dit nagelaten. Nu niet kan worden vastgesteld dat de beveiliger op basis van een (mondelinge) arbeidsovereenkomst werkzaam was voor Proservice Security, wijst de kantonrechter de vordering van de beveiliger af.
Niet verwijtbaarheid – lid 2
Ten overvloede overweegt de kantonrechter dat voorzover sprake zou zijn geweest van een arbeidsovereenkomst, het beroep van Gentlemen Security op niet-verwijtbaarheid van artikel 7:616a lid 2 BW slaagt. Er is voldoende gebleken dat Gentlemen Security aan haar inspanningsverplichtingen heeft voldaan. Uit de stukken van Gentlemen Security blijkt namelijk dat, zodra bij Gentlemen Security bekend was dat Proservice Security het salaris aan de beveiliger niet betaalde, zij de betaling van de factuur heeft achtergehouden en bij Proservice Security heeft aangedrongen op betaling. Voorts heeft Gentlemen Security meerdere malen de betaling van de factuur van Proservice Security – die zag op de werkzaamheden van de beveiliger – opgeschort om betaling door Proservice Security aan de beveiliger te bewerkstellingen.
Conclusie
Het beroep op artikel 7:616a BW slaagt niet. Er is immers geen sprake van een arbeidsovereenkomst tussen de beveiliger en Proservice Security. Voorzover daarvan wel sprake was geweest, slaagt het beroep van Gentlemen Security op niet-verwijtbaarheid. De kantonrechter wijst de vordering van de beveiliger af. Nu er geen veroordeling tot betaling van enig bedrag plaatsvindt, wijst de kantonrechter de vordering in vrijwaring van Gentlemen Security af.