Wat speelt hier?
De werknemer in kwestie is sinds 1 augustus 2014 in dienst. Begin december is sprake van een aandelenoverdracht en op 20 december 2022 wordt werknemer benoemd tot CFO en statutair bestuurder. Vanaf de aandelenoverdracht gaat er een andere wind waaien binnen de organisatie van werkgeefster. De bestuurder wordt verweten dat hij zich hieraan niet goed heeft aangepast. Op 29 april 2023 wordt het ontslag voorgesteld en aangenomen in de AvA. Bestuurder is het hier niet mee eens en stelt dat een redelijke grond voor zijn ontslag ontbreekt. Hij eist daarom een billijke vergoeding. Werkgever is van mening dat wel sprake is van een redelijke grond.
Uitspraak van de rechtbank
Tussen partijen is niet in geschil dat sinds de aandelenoverdracht in december 2022 de strategie is veranderd. De rechtbank oordeelt dat dit alleen niet betekent dat voor het doorvoeren van dergelijke wijzigingen en het aanpassen van deze bestuurder(s) aan deze veranderende wensen van de aandeelhouder niet enige tijd genomen dient te worden waarbij met name ook van belang is dat (ook) de statutair bestuurder kenbaar wordt gemaakt dat het de aandeelhouder menens is waar het betreft de door hem gewenste veranderingen die hij verlangt van zijn bestuurder(s). Uit de aangeleverde stukken kan niet worden afgeleid dat aan bestuurder voldoende kenbaar is gemaakt welke veranderingen zij op welke termijn van hem verlangt en dat dit niet vrijblijvend is. Daarom wordt het verzoek tot de billijke vergoeding toegewezen.
Conclusie
Ook een statutair bestuurder moeten de gewenste veranderingen van de AvA voldoende kenbaar worden gemaakt en moet voldoende tijd worden gegund voor de doorvoering van de wijzigingen. Indien hieraan niet wordt voldaan kan dit leiden tot een oordeel dat sprake is van een opzegging zonder redelijke grond en heeft de bestuurder recht op een billijke vergoeding.