Het kabinet heeft op 16 december 2022 aangekondigd de regels voor de beoordeling van arbeidsrelaties te verduidelijken en het grijze gebied tussen werknemers en zelfstandigen te verkleinen. De roep om meer duidelijkheid is groot, mede naar aanleiding van enkele grote zaken in de media, zoals Deliveroo en Uber. Er staat immers veel op het spel; indien de contracten van zzp’ers (achteraf) door de Belastingdienst en/of rechter worden gekwalificeerd als arbeidsovereenkomsten (zoals bij Deliveroo) heeft dit grote gevolgen. De Belastingdienst kan een naheffing opleggen voor sociale premies en verschuldigde inkomstenbelasting. Daarbij is (alsnog) het arbeidsrecht van toepassing, met als gevolg dat het (strenge) ontslagrecht geldt en vaak loon- en pensioenclaims volgen (tot 5 jaar terug!). Op 12 juli jl. heeft het ministerie meer duidelijkheid gegeven over de plannen op dit gebied.
Volgens het ministerie is het primair de verantwoordelijkheid van partijen (werkgever en werknemer of opdrachtgever en opdrachtnemer) om te bepalen of sprake is van een arbeidsovereenkomst of dat arbeid kan worden verricht buiten een dienstbetrekking. De minister geeft aan dat het wetsvoorstel dat in voorbereiding is meer duidelijkheid zal geven voor de betrokken partijen, de belastingdienst en de rechter om te bepalen of er sprake is van zelfstandig ondernemerschap of een dienstbetrekking.
Kwalificatie arbeidsrelatie
Om te bepalen of sprake is van een arbeidsovereenkomst zijn de volgende (wettelijke) criteria van belang; arbeid, loon en gezag. Hiernaast spelen, aldus het ministerie, ‘ondernemerschap’ en het ‘inbeddingscriterium’ een rol bij de beoordeling van de arbeidsrelatie:
- In het Deliveroo arrest van afgelopen voorjaar heeft de Hoge Raad geoordeeld dat ondernemerschap beschouwd wordt als een contra-indicatie voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst. Met name wanneer werkzaamheden voor eigen rekening en risico worden verricht zal minder snel sprake zijn van een arbeidsovereenkomst.
- Het ministerie bevestigt ook dat het ‘inbeddingscriterium’ gebruikt kan worden bij de beoordeling van het element gezag. Volgens dit criterium geldt dat als het werk organisatorisch is ingebed in de kernactiviteiten van het bedrijf, aan het criterium “gezag” is voldaan. Met andere woorden; indien een zzp’er werk verricht dat een kernactiviteit is van het bedrijf welke activiteit tevens organisatorisch is ingebed, dan wordt aangenomen dat er sprake is van een gezagsverhouding. De kans is dan groot dat geoordeeld wordt dat sprake is van een arbeidsovereenkomst.
Controles vanaf 2025
Tot slot benadrukt de minister de rol die de belastingdienst zal spelen bij de aanpak van schijnzelfstandigheid. De afgelopen jaren heeft de Belastingdienst (nagenoeg) geen controles uitgevoerd bij bedrijven op arbeidsrelaties en contracten, vanwege de onduidelijkheid in de wet. Het ministerie heeft nu bevestigt dat zij weer gaat handhaven, uiterlijk per 1 januari 2025. Van belang is dus om tijdig de contracten van zzp’ers maar uiteraard ook de praktische uitvoering en inbedding daarvan in de organisatie kritisch te beoordelen en waar nodig aan te passen.