“Recentelijk heeft de kantonrechter van de rechtbank Noord-Holland (locatie Haarlem) geoordeeld dat een door het elektronicaconcern BCC gegeven ontslag op staande voet van een werknemer die een kop (hete) koffie in het gezicht van een collega had gegooid, niet gerechtvaardigd was. Op het eerste gezicht een opmerkelijke uitspraak.
De feiten
Het betrof een werknemer die al 22 jaar bij BCC in dienst was en al die tijd naar tevredenheid had gefunctioneerd. Vanwege gezondheidsredenen was de werknemer een felle tegenstander van roken in het pand van BCC.
Het incident met de hete koffie vond plaats nadat collega’s buiten stonden te roken. EÌ©n van deze collega’s heeft met zijn voet de schuifdeuren van het pand opgehouden. Daardoor kwam er sigarettenrook naar binnen. De werknemer verzocht daarom verschillende malen aan zijn collega’s de schuifdeuren te sluiten. Toen zij dat niet deden, heeft hij de kop koffie gegooid.
Ondanks het feit dat dit gedrag verwijtbaar was, was dit volgens de kantonrechter onvoldoende voor een ontslag op staande voet. Omdat er sprake was van een lang dienstverband en eenzijdige werkervaring åÊwas de kantonrechter van mening dat BCC een minder zwaarwegende maatregel had moeten opleggen en de werknemer actief had moeten begeleiden bij verbeteren van zijn gedrag.
Conclusie
Voorgaande casus is geen trendbreuk met bestaande jurisprudentie. Of een ontslag op staande voet gerechtvaardigd is hangt namelijk altijd af van alle omstandigheden van het geval waaronder persoonlijke omstandigheden van een werknemer. Wel lijken kantonrechters de aanhoudende slechte arbeidsmarktomstandigheden in bepaalde gevallen zwaarder mee te wegen. Zo ook in het onderhavige geval.”