Weigert uw zieke werknemer om passende werkzaamheden te verrichten? Dan mag u als werkgever zijn volledige salaris stopzetten, ook over die uren waarvan vaststaat dat de werknemer (nog) arbeidsongeschikt is. Dit heeft de Hoge Raad vrijdag 6 juni 2014 bepaald naar aanleiding van een prejudiciële vraag* die hem was gesteld door de kantonrechter Utrecht.
Zieke werknemer heeft in beginsel recht op twee jaar 70% van zijn loon
Wanneer een werknemer ziek wordt, is een werkgever op grond van artikel 7:629 lid 1 BW in beginsel verplicht om gedurende twee jaar in ieder geval 70% van het loon door te betalen. Dit is alleen anders in zes door de wet genoemde situaties. Zo bestaat deze verplichting bijvoorbeeld niet “voor de tijd gedurende welke” de werknemer zonder deugdelijke grond geen passende arbeid verricht hoewel hij daartoe wel in staat wordt geacht. Maar wat moet worden verstaan onder voor de tijd gedurende welke? Betreft dit (i) de gehele periode waarin de werknemer weigert passende arbeid te verrichten of (ii) alleen de uren gedurende welke de werknemer heeft geweigerd passende arbeid te verrichten? In de eerste situatie ontvangt de werknemer gedurende de betreffende periode helemaal geen salaris terwijl in de tweede situatie de werknemer zijn salaris behoudt over de uren waarover hij (nog) niet arbeidsgeschikt is. Door de lagere rechters werd deze vraag verschillend beantwoord.
Zieke werknemer weigert passende arbeid te verrichten
In de kwestie waarover de kantonrechter Utrecht dient te oordelen, doet deze vraag zich nu ook voor. De werkgever had de betaling van het volledige salaris van een gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemer stopgezet omdat deze werknemer gedurende een bepaalde periode geweigerd had passende werkzaamheden te verrichten terwijl hij daartoe wel in staat werd geacht. De werknemer meent dat dat niet had gemogen en vordert nu zijn loon over de uren dat hij in deze periode (nog volledig) arbeidsongeschikt was en waarover hij in zijn ogen dus ook niet had “geweigerd” om passende werkzaamheden te verrichten. De kantonrechter Utrecht legde de uitlegvraag voor aan de Hoge Raad.
Hoge Raad geeft duidelijkheid: geen enkel recht op salaris
De Hoge Raad heeft op 6 juni 2014 de vraag beantwoord. Onder “voor de tijd gedurende welke” dient te worden verstaan de gehele periode waarin de werknemer weigert passende arbeid te verrichten. Dus wanneer een zieke werknemer weigert passende arbeid te verrichten maar daartoe wel in staat is, komt zijn gehele recht op loon te vervallen, ook over die uren waarvan vaststaat dat de werknemer (nog) arbeidsongeschikt is. De Hoge Raad heeft hiermee duidelijkheid gegeven. De Hoge Raad merkt nog wel op dat onder bepaalde omstandigheden denkbaar is dat een algehele stopzetting van het loon naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
*prejudiciële vraag
Sinds 1 juli 2012 kunnen rechtbanken en gerechtshoven zogeheten prejudiciële vragen stellen aan de Hoge Raad, de hoogste rechterlijke instantie in Nederland. Bij een prejudiciële vraag vraagt een lagere rechter in een lopende zaak aan de Hoge Raad hoe een bepaalde in die zaak aan de orde en van belang zijnde rechtsregel moet worden uitgelegd. Doordat hierdoor eerder duidelijkheid is, kan een zaak sneller definitief worden afgedaan.