20 september 2022
Stakingen kunnen ingrijpende gevolgen hebben: de recente stakingen bij de NS, KLM en Connexxion zijn hier voorbeelden van. Juist vanwege die ingrijpende gevolgen, moet het stakingsrecht worden gezien als het uiterste dwangmiddel. Dit betekent dat pas ná het voeren van onderhandelingen mag worden overgegaan tot staking. Een wet die het stakingsrecht reguleert is er in Nederland niet. Het recht vloeit voort uit het Europees Sociaal Handvest. In deze blog zal worden ingegaan op het stakingsrecht.
Staken is een recht
Een staking is in principe toegestaan als deze wordt gevoerd in het kader van onderhandelingen over arbeidsvoorwaarden door vakbonden. Met bijvoorbeeld een werkstaking wordt dan geprobeerd behoud of verbetering van de arbeidsvoorwaarden af te dwingen. Per geval moet bekeken worden of de actie redelijkerwijs kan bijdragen tot de doeltreffende uitoefening van het recht op collectief onderhandelen. Is dat het geval? Dan is de actie in beginsel rechtmatig.
Een staking welke niet onder leiding is van een vakvereniging (bijvoorbeeld de FNV of CNV) – een zogenoemde ‘wilde’ staking – kan ook rechtmatig zijn. Het is in het geval van een wilde staking voldoende dat er enige vorm van organisatie is en dat de actie zich richt op het collectief onderhandelen.
Beperking van het stakingsrecht
Onbegrensd is het stakingsrecht niet. Een staking kan door de rechter worden verboden of beperkt wanneer dat maatschappelijk gezien dringend noodzakelijk is. Bij de beoordeling hiervan zijn alle omstandigheden van het geval van belang. Denk aan de omvang van de actie, de schade die door de staking wordt veroorzaakt, of de staking tijdig is aangekondigd en of de staking een laatste redmiddel is of dat er andere mogelijkheden zijn.
Een voorbeeld van ‘maatschappelijke dringende noodzakelijkheid’ waardoor een staking kan worden verboden is het ontstaan van een veiligheidsrisico. Zo werd in 2016 een voorgenomen actie van het grondpersoneel van Schiphol verboden, omdat de staking midden in de vakantieperiode zou plaatsvinden. De staking zou ernstige gevolgen hebben voor de veiligheid van reizigers. Een ander spraakmakend voorbeeld is de voorgenomen actie van de Amsterdamse boa’s in 2019: zij wilden tijdens Koningsdag staken. Veiligheidsrisico’s deden ook deze actie de das om: de veiligheid op straat en het belang van de openbare orde wogen zwaarder dan het stakingsrecht.
Toetsingsmogelijkheid werkgever
Werkgevers die de rechtmatigheid van een staking willen toetsen kunnen hiervoor een kort geding starten. Wanneer de rechter verbiedt om tot staking over te gaan en werknemers tóch overgaan tot een georganiseerde staking, levert dat laatste wanprestatie op van de werknemer.
Gevolgen voor (stakende) werknemers
Werkgevers hoeven het loon van een stakende werknemer niet door te betalen. Ook niet wanneer de (georganiseerde) staking rechtmatig is. Werknemers die lid zijn van een vakbond kunnen (doorgaans) aanspraak maken op een uitkering van de vakbond. Een werkwillige werknemer die wegens de staking niet kan werken heeft in principe ook geen recht op loon als de staking wordt geleid door een vakvereniging. Dit is alleen anders wanneer er sprake is van een wilde staking, de werknemer kan aantonen dat hij werkwillig is én dat hij ten aanzien van de actievoerders als buitenstaander moet worden beschouwd.
Het ontslaan van stakende werknemers wegens werkweigering is in ieder geval niet toegestaan als het gaat om een georganiseerde staking. Bij een wilde staking ligt dit anders: ontslag (op staande voet) kan dan in sommige gevallen gerechtvaardigd zijn.
Heeft u vragen over het stakingsrecht van werknemers? Of wilt u meer weten over de loondoorbetaling van werkwillige werknemers? Neem dan gerust contact op met één van onze advocaten.