De wettelijke vakantiedagen die een werknemer niet heeft opgenomen, vervallen op basis van de wet 6 maanden na het kalenderjaar waarin ze zijn opgebouwd. Dit betekent dat de wettelijke vakantiedagen die zijn opgebouwd in 2022, in beginsel op 1 juli 2023 vervallen. Het is mogelijk om een langere vervaltermijn overeen te komen. Bovenwettelijke vakantiedagen verjaren op basis van de wet 5 jaar na afloop van het jaar waarin de vakantiedagen zijn opgebouwd. De in 2022 opgebouwde bovenwettelijke uren verjaren in beginsel per 1 januari 2028.
Het verval van deze wettelijke vakantiedagen, gebeurt wel alleen onder de voorwaarde dat de werkgever aan de inspanningsplicht heeft voldaan en de werknemer heeft geïnformeerd over het verval van de vakantiedagen. Het Hof van Justitie EU heeft bepaald dat er een verzwaarde inspanningsplicht op de werkgever rust. Dit houdt in dat de werkgever de werknemer moet stimuleren en in staat moet stellen om de vakantiedagen op te nemen. Daarnaast moet de werknemer worden geïnformeerd dat de vakantiedagen anders zullen komen te vervallen per 1 juli. Laat de werkgever dit na, dan komen de vakantiedagen niet te vervallen. Op 26 juni jl. is door de Hoge Raad bevestigd dat deze leer ook voor bovenwettelijke vakantiedagen geldt.
Wijs werknemers daarom op hun openstaande (boven)wettelijke vakantiedagen, tot wanneer deze kunnen worden opgenomen, zie erop toe dat deze worden opgenomen en wanneer dat niet gebeurt, wijs er dan op dat deze daarna komen te vervallen.
Heeft u vragen over (het vervallen van vakantiedagen? Neem dan contact op met één van onze advocaten.