De aanzegvergoeding is steeds verschuldigd als aanzegging van de opzegging van de arbeidsovereenkomst niet schriftelijk gebeurd, aldus de Hoge Raad in een recente uitspraak. Het feit dat de werknemer wel mondeling is aangezegd en zelfs direct aansluitend een nieuwe baan heeft, doet hier niet aan af; de werkgever moet de aanzegvergoeding alsnog betalen. In deze blog wordt ingegaan op dit arrest en worden er praktische tips gegeven.
De aanzegvergoeding: hoe zit het ook alweer?
De aanzegvergoeding is verschuldigd wanneer niet wordt voldaan aan de aanzegplicht. De aanzegplicht geldt wanneer de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is aangegaan, maar alleen als de minimumduur zes maanden of langer is.
Als de aanzegplicht geldt moet de werkgever schriftelijk aangeven of de arbeidsovereenkomst na afloop van de afgesproken duur wel of niet wordt voortgezet. Als de arbeidsovereenkomst wel wordt voortgezet moeten de voorwaarden waaronder de werkgever de arbeidsovereenkomst wil voortzetten, duidelijk zijn. Dit moet de werkgever één maand voor het eindigen van de arbeidsovereenkomst doen.
Het is van belang dat werkgevers het bovenstaande in acht nemen. Doen werkgevers dit niet – of niet tijdig – dan is de aanzegvergoeding verschuldigd. De hoogte van de aanzegvergoeding is wettelijk bepaald en is in de volgende situaties als volgt:
- Bij niet naleving van de aanzegplicht in zijn geheel is de werkgever aan de werknemer een aanzegvergoeding ter hoogte van het loon van één maand verschuldigd.
- Bij niet tijdig nakomen van de aanzegplicht is de werkgever aan de werknemer een vergoeding naar rato verschuldigd. Bijvoorbeeld: wordt er één week te laat aangezegd, dan is één weeksalaris als zijnde aanzegvergoeding verschuldigd.
Schriftelijkheidsvereiste: een strikte uitleg
Het bovenstaande zal waarschijnlijk zorgen voor weinig vragen. Maar wat gebeurt er als een werkgever één maand voor het einde van het dienstverband in een gesprek heeft aangegeven dat de arbeidsovereenkomst niet verlengd zal worden én werknemer direct na de einddatum van het dienstverband een andere baan heeft? De aanzegging is niet schriftelijk gedaan. Gooit dit roet in het eten waardoor de aanzegvergoeding verschuldigd is?
Op het eerste gezicht lijkt het alsof de aanzegvergoeding in dit geval niet verschuldigd is. Zo oordeelde ook de kantonrechter. Het was de werknemer immers duidelijk dat de arbeidsovereenkomst niet zou worden voortgezet. En de werknemer heeft van het niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst feitelijk geen nadeel ondervonden; de werknemer had direct aansluitend een nieuwe baan. De betaling van de aanzegvergoeding zou naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid dan ook onaanvaardbaar zijn. Het gerechtshof en de Hoge Raad oordeelden anders.
De aanzegregeling beoogt de positie van de werknemer met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd te beschermen en is dwingend recht. Dit houdt in dat partijen niet ten nadele van de werknemer anders kunnen overeenkomen. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat de wetgever er bewust voor heeft gekozen dat de werkgever die de plicht tot schriftelijke aanzegging niet naleeft, de aanzegvergoeding verschuldigd is. Volgens de Hoge Raad valt hieruit af te leden dat de aanzegvergoeding onder andere moet zorgen voor een prikkel tot naleving van de plicht tot schriftelijke aanzegging. Hiermee strookt om aan te nemen dat de aanzegvergoeding steeds verschuldigd is bij niet-inachtneming van de schriftelijkheidseis. Dit is niet anders als de werknemer wel mondeling is duidelijk gemaakt dat de arbeidsovereenkomst niet zou worden voortgezet en/of als de werknemer geen nadeel heeft ondervonden van het niet naleven van de schriftelijkheidseis.
Tips voor de praktijk
In de eerste plaats: bevestig tijdig en altijd schriftelijk – dit kan per e-mail – of de arbeidsovereenkomst wel of niet wordt voortgezet en indien dat wel het geval is, onder welke voorwaarden. In aanvulling daarop kan in de arbeidsovereenkomst een standaard bepaling worden opgenomen waaruit blijkt dat de arbeidsovereenkomst niet verlengd zal worden. Op die wijze is op voorhand al voldaan aan de aanzegverplichting. Let wel: indien alsnog wordt besloten om de arbeidsovereenkomst wel te verlengen, dient dit eveneens tijdig en schriftelijk te worden bevestigd alsmede onder welke voorwaarden.