“De kantonrechter in Amsterdam oordeelde op 11 mei jl. dat een constructie tot ontduiking van de ketenregeling in strijd was met de redelijkheid en billijkheid. De werkgever had aangeboden dat de werknemer bij het aflopen van zijn derde arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eerst drie maanden uit dienst zou gaan en daarna een nieuwe arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd zou krijgen. Hiermee wilde de werkgever voorkomen dat een contract voor onbepaalde tijd zou ontstaan. Tijdens de tussenliggende drie maanden zou de werkgever de WW-uitkering van de werknemer aanvullen tot zijn 100% van zijn salaris. De kantonrechter vond deze constructie niet toelaatbaar en merkte de laatste overeenkomst aan als een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De kantonrechter volgt hiermee niet de Hoge Raad, die in 2007 oordeelde dat een soortgelijke constructie ter ontduiking van de ketenregeling wel geoorloofd was.
Wilt u er meer over weten? Dan kunt u een van onze advocaten bellen, die u kort over dit onderwerp bijpraat (tel: 020 - 344 61 00).“